Email adres

Email: hofhoveniers@gmail.com

21-09-2008

Het einde van de kasteeltuin Buren

(kasteel Buren in 1719)
Op 15 januari 1705 werd Cornelis van Langelaar - na de dood van zijn vader Anthonie - door de Domeinraad aangesteld als hovenier en plantagemeester van't casteel Buren. De tuinen waren toen al verwaarloosd omdat de Prinselijke familie er geen geld meer aan uitgaf. Aangenomen mag worden dat de plantagemeester meer als opzichter fungeerde om het bezit van de Oranjes te beschermen en in stand te houden. In 1715 werd Cornelis rentmeester van het gasthuis van Buren gevolgd door zijn aanstelling tot schepen van Buren. In 1726 en 1736 volgden herbenoemingen tot schepen tot 1743. In 1746 werd Cornelis van Langelaar bij notariële acte benoemd tot substituut rentmeester van het Graafschap Buren om de zieke M.H. Testas te vervangen. Als schepen van Buren zegelde Cornelis met het uit de middeleeuwen daterende familiewapen bestaande uit zeven lelies (echter zonder de adelaar van de Scherpenzeelse Wolfswinkels). Na de dood van Cornelis (1676-1748) werden: Op 4 maart 1748: "De tuynen agter het Casteel bij provicie in schade en bate aan den Drossaard overgegeven". In 1756 woonde op het kasteel nog Cornelis dochter, Maria van Langelaar tezamen met haar echtgenoot Hermanus de Zwart, sergeant op 't Casteel.

Tot 1759 werden door de Domeinraad nog functionarissen aangesteld om het kasteel en de omliggende terreinen in stand te houden. Zo werd in 1759 nog een nieuwe "opzigter van de oude en nieuw geplante elsen bosschen int graaffschap" aangesteld. Ook in 1759 maakte de laatste slotvoogd, op verzoek van de Domeinraad, nog een inventarisatie van het meubilair in het kasteel. In 1789 werden Pruissische troepen in het kasteel ingekwartierd. In 1794 werd het als hospitaal voor Hessische en Engelse militairen gebruikt, gevolgd door de inval van de Franse troepen. In 1804 werd door de regering besloten het kasteel voor afbraak te verkopen. Een reiziger, die in de zomer van 1817 Buren bezocht, beschrijft de resten nog "als een oud slot door wallen omgeven". Wat nu nog rest is een grote kale plek in het landschap, omringd door eeuwenoude hoge bomen.