Email adres

Email: hofhoveniers@gmail.com

26-10-2008

Langelaer in Potsdam

Bornim 1700

In 1664 werd Dirck van Langelaer in Potsdam aangesteld als "Planteur" in dienst van de Brandenburgse keurvorst Friedrich Wilhelm (1620-1688). Deze keurvorst was een schoonzoon van prins Frederik-Hendrik (van Oranje Nassau).
Dirck van Langelaer werd in 1640 in Wijk bij Duurstede geboren als zoon van Dirck Dirckszn van Langelaer, glazenier, tevens schepen en cameraar in het stadsbestuur gedurende meer dan 25 jaar. De oom van Dirck junior was Reyer Dirckszn van Langelaer (1595-1658), hovenier in de kasteeltuinen van Buren en Zuylestein en tevens plantage eigenaar en voorts cameraar in het Wijkse stadsbestuur. Zijn achterneef Anthonie van Langelaer was - evenals diens vader - hofhovenier en plantagemeester op kasteel Buren. Het is aannemelijk dat Dirck jr kasteeltuinervaring heeft opgedaan bij zijn directe familieleden en dat e.e.a. heeft geleid tot zijn overkomst naar het Brandenburgse hof. De functie van Planteur - een hofhovenier die in het bijzonder voor bomen verantwoordelijk is - kan het best vergeleken worden met die van plantagemeester. Zijn naam werd in Duitsland vertaald tot Dietrich de Langelaer.

Over zijn werkzaamheden in Potsdam is documentatie in de archieven bewaard gebleven. En er is - in tegenstelling tot Nederlands historisch onderzoek - veel over geschreven. Zo schreven Freusberg in 1877 en Backschatt in 1912 al onder meer het volgende. "Keurvorst Friedrich Wilhelm liet vanaf 1664 ten noorden van de residentiestad Potsdam door de hollandse planteur Dietrich de Langelaer een grote (slot)tuin met edele fruitbomen, wijnstokken en visvijvers aanleggen. Vermoedelijk adviseerde prins Johan Maurits van Nassau-Siegen, (stadhouder van Kleef, voorheen gouverneur van Brazilië) de keurvorst bij de locatie en de aanleg van de slottuin. Behalve talrijke waterwerken, vijvers en fonteinen waren er veel afzonderlijke tuinvakken".

Daarin waren volgens de archieven (KK + Domänenkammer) geplant: 1.595 fruitbomen, hoogstam of leibomen zoals: abrikozen, perzikken, peren, appel, kersen, pruimen en kweepeer alsook tamme kastanjes, walnoot en amandelbomen. Bovendien waren er bessenstruiken, sneeuwbalbomen en mispelen. Voor de kweek van meloenen stonden er 16 grote glazen potten. Verder waren er 87 grote bloempotten met en zonder hengsel die 's zomers, beplant met bloemen, de parterre vóór het slot Bornim verfraaiden. Ook was er een plantage met talrijke laanbomen, onder meer 380 grote sterke lindebomen en wilde kastanjebomen en een boomkwekerij met honderden fruitbomen.

Afgezien van de aanleg, de supervisie en het onderhoud van de tuinen bij slot Bornim liet de keurvorst rondom Potsdam door Langelaer grote lanen met laanbomen aanleggen. "Nicht nur der Garten von Bornim, sonder viele Alleen auf der Insel verdankten ihm ihr Entstehen".
En in 1926 schreef Hermann Schmitz: "zugleich mit den Schlòssern hat das Kurfùrstenpaar von hollandischen Gàrtnern wie Dietrich de Langelaer, Lust- und Obstgàrten anpflanzen lassen, die bedeutungsvoll fur die Baum and Blumenzucht in der Mark geworden sind¨.
Algemeen wordt aangenomen dat Dirck van Langelaer een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de ontwikkeling van de laan- en fruitbomencultuur in Brandenburg.

Dr. C.A. Wimmer schrijft over Dirck onder meer het volgende: "Dirck van Langelaer trouwde in 1672 in Potsdam met Margarete Bernicke. Alle negen kinderen uit dit huwelijk werden op het Potsdammer slot gedoopt. Bij de doop van de tweede zoon, Friedrich Siegmund was de keurvorst doopgetuige. De planteur behoorde tot de meest welvarende inwoners van Bornim. Hij had een knecht in dienst en meerdere tuinlui alsook twee dienstmeisjes".

"Langelaer hanteerde in Brandenburg regelmatig het familiewapen, bestaande uit zeven lelies". Hetzelfde middeleeuwse familiewapen dat ook door de Burense Van Langelaers werd gebruikt. In Brandenburg werd dan ook aangenomen dat ze van adel waren. "Die Familienahme wurde immer 'von Langelaer' geschrieben. Anderen nannten sie mit dem französischen Adelsprädikat 'de Langelaer' ".

In 1685 reisde Dietrich van Langelaer naar Holland om een partij bomen af te halen, bestemd voor de kasteeltuin in Potsdam. Wellicht heeft hij bij die gelegenheid ook zijn broer Jacob van Langelaer in Wijk bij Duurstede en zijn overige Hollandse familieleden in Buren en Wijk bij Duurstede bezocht. Dircks kinderen volgden een goede opleiding en trouwden huwelijkskandidaten met aanzien. Zo werd zijn zoon Joachim Heinrich van Langelaer Pruissisch ingenieur en later kapitein in het Pruissische leger en trouwde in 1703 met de dochter van de Potsdammer burgemeester Jacob van Geldern. In 1731 wordt nog een 'van Langelair' in de Pruissische adelstand verheven.

Na bijna 50 jaar in dienst van de Brandenburgse vorsten geweest te zijn, overleed Dietrich van Langelaer in maart 1713. Hij werd in Bornim in de kerk achter de preekstoel begraven.