Email adres

Email: hofhoveniers@gmail.com

01-04-2010

Jan van der Groen, biografie (ca.1624-1671)





Al in 1652 leverde Jan van der Groen, auteur van het wereldbekende boek "Den Nederlandtsen Hovenier", bloemen en planten aan de Prinselijke familie Oranje Nassau. Zijn boek werd voor het eerst gepubliceerd in 1669 en vervolgens vele malen herdrukt (14 maal tot 1721). Ook werd het boek destijds vertaald in het Frans (Le Gardinier Hollandais) en in het Duits (Der Niederländische Gärtner). Jan van der Groen, hovenier van de Prins van Oranje op paleis Honselersdijck en Ter Nieuburch, overleed in Rijswijk in october 1671, kort na de tweede druk van zijn boek in 1670. Hij heeft dus niet geprofiteerd en wellicht geen weet gehad van het succes van zijn boek. Van de auteur is tot nu toe veel onbekend geweest.
Reeds vanaf februari 1652 leverde Van der Groen bloemen en planten voor de oude en nieuwe tuin van paleis Honsholredijck aan de hofhovenier Anthony van Thooren. Gevolgd door leveranties in de daaropvolgende jaren voor diverse prinselijke tuinen.
Op 14 april 1659 trouwde de ongehuwde Johannes van der Groen, burger van Den Haag, met de 34-jarige Anna Maria Blom (Bloem), weduwe van Gerrit Heijdema. Het huwelijk werd gesloten in de (hervormde) Loosduinsche kerk. Johannes was bloemist en burger van Den Haag.
A.M. Blom bracht haar 2 kinderen Heijdema mee het huwelijk in, te weten de 11-jarige Aernoudt Heydema (doop: 29 maart 1648) en de 9-jarige Dignum. Anna Maria Blom was de dochter van de reeds overleden Aernt Pietersz Blom, in leven hovenier van PRINS Frederik Hendrik en diens opvolgers op paleis Honselersdijck.
Deze familieconnectie en Jans expertise zal hebben geleid tot zijn aanstelling als hofhovenier van de Prinselijke Oranjes en als opvolger van zijn schoonvader Blom.
Leidinggevende hofhoveniers moesten in de regel aan strenge vakbekwaamheidseisen voldoen. Ze kunnen beschouwd worden als de voorlopers van de tuinarchitecten.
Eind 1659 wordt Van der Groen in een notariële acte genoemd als hovenier van de Prins van Oranje "in de tuinen op de Cingel". Dit zijn de tuinen van paleis Noordeinde in Den Haag. Op de Cingel (Singel) woonde voorheen ook hovenier Maerten Blom, de zoon van Aernt Pietersz Blom, en tevens de collega van Symon van Langelaer.

In october 1670 wordt "Johan van der Groen, hovenier van Zijne Hoogheid op Honselerdijck" weduwnaar van Anna Maria Blom genoemd. Op 18 october 1670 wordt - bij notariële acte - de voogdij over de kinderen van A.M. Blom geregeld.
Op 19 oktober 1670 ondertrouw van Johan van der Groen, weduwnaar, wonende tot Honsholredijck, met Maria Huijberts Colijn, jongedochter, wonend alhier in Den Haag. Het huwelijk wordt 14 dagen later gesloten in de Groote Kerk in Den Haag.
Ongeveer tegelijk werd Van der Groen overgeplaatst naar de reusachtige tuinen van het paleis Ter Nieuburg in Rijswijk, vlak bij Den Haag. Hij woonde daar in de hovenierswoning die op de (17de eeuwse) afbeelding van Anna Beeck aan de rechterkant van het complex is gelegen. Links ligt de woning van de kastelein (slotbewaarder). Vlak daarachter liggen de ooft (fruit)tuinen en rechts van het paleis: de meloentuin. Achter het paleis liggen de siertuinen en de vijvers.
Zijn dienstverband in Rijswijk en zijn huwelijk duurde maar één jaar want op 21 oktober 1671 werd de overdracht van het beheer van de paleistuinen te Rijswijk overgedragen aan de comptoir. Op 5 januari 1672 wordt de erfenis van "Zaliger Johan van der Groen, hovenier van de tuinen van de Prins van Oranje te Rijswijk", bij de notaris geregeld.
Zijn weduwe Colijn (her)trouwde onder huwelijkse voorwaarden in april 1675 met een weduwnaar. Aangenomen mag worden dat Colijn de revenuen uit de boekuitgaven mocht ontvangen.

archiefonderzoek+copyright blogauteur